Welkom bij Abijwinkel Uelingsheide
ABDIJWINKEL
CONTACT
LINKS
Cisterciënsers
In 1098 verlieten Robertus, zijn prior Albericus en 19 andere monniken hun benedictijner klooster om een nieuw klooster te stichten te Citeaux. Albericus, die Robertus opvolgde als abt, legde de cisterciënser observantie vast (de beginselen en voorschriften). Stefanus gaf aan de opkomende Orde een eigen organisatie door de Carta Caritatis, de grondwet van de Orde, die de band van liefde en de eenheid tussen de verschillende kloosters bewaart.
De reden voor de breuk met de benedictijner huizen was gelegen in de overtuiging dat een nieuwe start meer recht zou gaan doen aan de oorspronkelijke bedoeling van de Regel van Benedictus: een monastiek leven zou zonder enig compromis met de wereld geleefd moeten worden. Voornamelijk een te grote rijkdom had de vurigheid van het gebedsleven afgekoeld. (Kan zelfs zoiets als het zingen van de monniken niet te weelderig zijn? Te veel op esthetiek gericht zijn?) ‘Arm met de arme Christus’ was het devies.
Karakteristiek was dat het eerste huis van onze Orde, Citeaux, gelegen was te Cistercië - vandaar de naam Cisterciënsers - een dal in de buurt van het Franse Dijon, terwijl de Benedictijnen vaker hun huizen op heuvels of bergen hadden. Was in de agrarische samenleving van die dagen het water in de dalen voor de boerenbedrijven ook geen logischer locatie om recht te doen aan de oproep tot handenarbeid die Benedictus aan zijn monniken deed? (Regel van Benedictus 48,1)
Ons cisterciënser leven is in wezen een gemeenschappelijk beschouwend leven, waarin de stilte, de armoede en de liefde tot de broeders – zoals Jezus ons heeft liefgehad (vergelijk Johannes 15,12) – bovenal worden beschouwd als middelen, om de ziel in afzondering geschikt te maken voor de eenwording met God in mystieke kennis.
Bernardus van Clairvaux
Eén Cisterciënser verdient een nadere toelichting. In 1112 vroeg Bernardus, samen met 30 andere mannen in de Abdij van Citeaux te worden opgenomen. Om met de rijkdom en macht van de Benedictijnerkloosters in Frankrijk te breken hadden de Cisterciënsers Citeaux gesticht. Maar het opstarten van het nieuwe klooster verliep moeizaam. Bernardus speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van de nieuwe Orde. Hij gaf aan de Cisterciënserbeweging van de 12e eeuw een ongehoorde impuls: tientallen nieuwe stichtingen van kloosters waren het gevolg.
In de vele thema’s die hij aanraakt in zijn preken en geschriften, ontmoeten wij een intens verlangen, een onuitputtelijke dorst naar God. Een dorst die God zelf heeft neergelegd in het hart van de mens. We bewaren deze teksten in onze bibliotheek. Omdat hij zo geniaal en liefdevol over God kon spreken en schrijven wordt deze kerkleraar en abt ook wel ‘Doktor Mellifluus’ genoemd: de honingzoete leraar.
Met een andere Cisterciënsermonnik Willem van st. Thierry (geboren: 1085 te Luik, ook wel ‘de eerste mysticus van de Lage Landen’ genoemd) was hij goed bevriend en deelde hij zijn visie op de kerk. Die laatste gemeenschap van gelovigen was voor hen vooral het volk Gods dat in een persoonlijke relatie staat tot Christus.
De kerk als geheel, maar ook ieder individueel lid afzonderlijk, is een geliefde van God. Beide mannen hielden er van deze verhouding voor te stellen als een relatie van Bruidegom en Bruid. Hen navolgend zouden nog meerdere Cisterciënservaders het Hooglied tecommentariëren: het boek in de bijbel dat uitbundig de liefde tussen man en vrouw beschrijft. Bernardus en Willem mogen gelden als de initiators en inspirators van een mystieke school.